hallo XDXD

Geschiedenis Donald Duck

Nederlandse StripgeschiedenisDonald Duck

Donald Duck

De eerste Donald Duck, october 1952
Op 25 oktober 1952 kreeg de Nederlandse jeugd zomaar voor niets het eerste nummer van Donald Duck in de brievenbus. Voor de abonnees werd het 24 pagina's tellende tijdschriftje door de bezorger van Margriet verspreid voor 15 cent per nummer. Het blaadje mocht zich direct verheugen in een opmerkelijk grote populariteit. Dit had diverse redenen; allereerst maakten de kinderen kennis met de legendarische Donald Duck-verhalen van tekenaar Carl Barks, voorts publiceerde Donald Duck, in tegenstelling tot de andere jeugdbladen uit die tijd, per nummer maar liefst twee volledige verhalen.
Andere Europese landen waren ons land al voorgegaan. Duitsland, Frankrijk, Italië en de Scandinavische landen hadden al hun eigen Disney tijdschrift. Het Nederlandse publiek had in de jaren '30 al wel kunnen kennismaken met de figuren in dagbladen als De Telegraaf (zie Disney in Nederland) en een zestal kleine stripboekjes uit 1949. Het was marketingman Bartel van der Velde van uitgeverij De Geïllustreerde Pers die, naar voorbeeld van Gutenberghus in Denemarken, met het voorstel voor een Nederlands weekblad kwam.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de voorplaat van het allereerste nummer hetzelfde is als die van de eerste uitgaven uit Scandinavië, op de inkleuring en het horloge na dan. Om het Nederlandse publiek alvast warm te maken voor een heus Disney blad, verschenen vanaf eind 1951 al stripbewerkingen van 'Alice en Wonderland' and 'Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen' op de achterkant van Margriet.
Donald Duck 1952Donald Duck 1953Donald Duck 1953

In de eerste jaren van het vrolijke weekblad werden de pagina's nog geheel gevuld met Amerikaanse strips. De eerste nummers bestonden uit een Duck-verhaal van Carl Barks, gevolgd door een verhaal van de Kleine Boze Wolf. In het jaargang 1953 deden ook Mickey Mouse, Tokkie Tor en Pinokkio hun intrede. Ook Disney figuren waarvan later nog maar weinig is vernomen maakten hun opwachting, zoals Bongo het Circusbeertje en Pedro het Postvliegtuigje.
Pedagogische verantwoording in het eerste nummer
Uit 'Hier Spreekt Donald Duck', de brievenrubriek, 24 januari 1953:

Beste vrienden en vriendinnen,

Ik heb een briefje gekregen van een 'Donald Duck'-vriendje, dat nog pas zeven jaar is. Onze kleine vriend wil weten of Donald Duck en zijn neefjes werkelijk bestaan.

Natuurlijk weet ik wel, dat jullie nooit sprekende eenden tegen komt en ook geen pratende wolven, maar dat is bij deze vraag eigenlijk niet het belangrijkste. Waar het op aan komt is, dat deze dieren spreken en doen zoals gewone mensen. Ze halen een enkele keer kattekwaad uit, zij maken grapjes en zij beleven allerlei interessante avontuurtjes. Ook hebben zij wel eens pech en dikwijls doen zij de een of andere goede daad. Wat de helden en heldinnen uit "Donald Duck" doen en beleven zou jullie allemaal wel eens kunnen overkomen, al gaat het in ons blad natuurlijk een beetje anders toe dan in het werkelijke leven.

Donald, zijn vriendjes en zijn tegenstanders gedragen zich zoals jullie je zoudt kunnen gedragen en daarom durf ik te zeggen: Ja, Donald Duck bestaat werkelijk en hij is er een van jullie.

Ik ben er dan ook zeker van, dat jullie zijn avonturen met veel spanning en veel plezier zult blijven volgen en... dat je er veel goeds van zult leren.

- DONALD
Meer redactionele commentaren uit de rubriek:
'Hier Spreekt Donald Duck'


Donald Duck 1972, cover Carol VogesDonald Duck 1972. cover Carol VogesDonald Duck 1992
Eigen productie

Naarmate de tijd verstreek gingen ook Nederlandse striptekenaars zich met het blad bemoeien. De eerste Nederlandse tekenaar was Endre Lukács, die een aantal covers en later verhalen verzorgde. Ook Lex OvereijnderCarol Vogesen Henk Albers leverden al snel bijdragen. Voges tekende korte Donald Duck-verhaaltjes en verzorgde ook een groot aantal covers (zie boven, links en midden).

Originele Duck-strook van Carol Voges
Een strook uit een origineel Duck-verhaal van Carol Voges

Halverwege de '60 was de redactie door de voorraad Amerikaanse verhalen van 'Hiawatha' en 'Grote Boze Wolf' heen. Daarom werd een beroep gedaan op de Toonder Studio's. Zo tekenden Jan van Haasteren en Jan Steeman vanaf 1965 vele verhalen van 'Hiawatha' en 'De Grote Boze Wolf', op tekst vanPatty Klein en Andries Brandt. Maar ook Dick MatenaPiet Wijn en Frits Godhelp tekenden regelmatig verhalen met deze figuren.

Kleine Boze Wolf door Jan Steeman
De kleine Boze Wolf, door Jan Steeman

Veel van de Amerikaanse Donald Duck-verhalen uit de jaren '60 hadden niet meer de sfeer van de beginjaren. Pas in de vroege jaren '70 werd de identiteit bekend van die onbekende, "goede tekenaar" uit de jaren '50. Carl Barks was zijn naam en jonge redacteurs als Thom Roep begonnen een ware speurtocht naar alle verhalen die door deze tekenaar waren gemaakt. Dit resulteerde niet alleen in een opleving van het weekblad, maar ook in de lancering van de albumreeksen 'De Beste Verhalen van Donald Duck' en 'Oom Dagobert, Avonturen van een Steenrijke Eend'.

Donald Duck door Daan Jippes
Donald Duck verhaal door Daan Jippes (uit nr. 3 van 1975)

Na de oprichting van uitgeverij Oberon (een fusie van De Geïllustreerde Pers en De Spaarnestad) werd onder hoofdredacteur Paul Deckers in 1973 een eigen tekenstudio opgericht. Daan Jippes werd art director en tekenaars als Ed van Schuijlenburg, Wilbert Plijnaar, Robert van der Kroft, Ben Verhagen, Mark de Jonge en Windig & De Jong waagden zich aan nieuwe verhalen met 'Donald Duck', 'Broer Konijn' en de vele andere Disney figuren, die vaak ook in buitenlandse Disney-uitgaven worden overgenomen. Harry Balm, huistekenaar bij De Spaarnestad, zou vanaf dan jarenlang de vormgeving van het blad verzorgen.

Donald Duck door Windig & De Jong
Donald Duck door Windig & De Jong

Jippes en Plijnaar werden zelfs uitgenodigd om in Amerika bij de Disney-studio's te komen werken. Ed van Schuijlenburg volgde Jippes in de vroege jaren '80 op als art director. Hij begeleidde een nieuwe generatie Duck-tekenaars, waaronder Michel Nadorp, Wilma van den Bosch, de gebroeders Mau en Bas Heymans, Sander Gulien en Viktor Venema. Thom Roep volgde in 1984 Cees de Groot op als hoofdredacteur.
Donald Duck redactie 1976 De oplage van Donald Duck steeg in 1976 tot een recordhoogte van 400.000 exemplaren. Dat werd gevierd in de Schillerbar in Amsterdam. Van links naar rechts: Cees de Groot, Daan Jippes, Piet Zeeman, Kitty Smit, Marjolein Winkel, de heer Bartel van der Velde (die met het voorstel voor een Nederlands Disney tijdschrift kwam), Pieter van Oppenraaij.
Zittend: Thom Roep, Ineke de Graaff en Wim van Etten.
Momenteel bestaat Donald Duck grotendeels uit eigen geproduceerd werk. Belangrijke tekenaars van de latere jaren zijn de gebroeders Mau en Bas Heymans, Sander Gulien en Ben Verhagen. Ook worden veel Nederlandse verhalen in het buitenland geproduceerd. Zo werkten de Deen Freddy Milton en de Duitser Jan Gulbransson voor Nederland en wordt vanaf de jaren '80 veel werk uitbesteed aan de Spaanse tekenstudio's Comicup en Bardon.

Donald Duck door Mau Heymans
Mau Heymans is met zijn kolderieke tekenstijl en opmerkelijke bijfiguren een van de opvallendste en populairste tekenaars.

De productiefste tekstschrijvers zijn Evert Geradts, Jan Kruse, Frank Jonker en Ruud Straatman. Voor de rest wordt de Duck gevuld met verhalen die door de Deense Disney uitgever Egmont worden gemaakt. Op de tekenstudio op de redactie worden onder leiding van Frans Hasselaar covers en rubrieken geïllustreerd, onder meer door Wilma van den Bosch, Michel Nadorp, Viktor Venema, Maarten Janssens, Jan-Roman Pikula en Gerben Valkema.

Thom Roep op de Stripdagen
In 1983 wint de redactie van Donald Duck de Stripschappenning.
Hoofdredacteur in spé Thom Roep houdt tijdens de Stripdagen zijn dankwoord.


Non-Disney-strips

Door de jaren heen hebben ook vele non-Disney strips in Donald Duck gestaan. 'Tom Poes en Heer Bommel' van Marten Toonder verscheen al vanaf 1955 als ballonstrip. Toen deze in 1969 verdween werd vervanging gevonden in 'Pipo de Clown', geschreven door Wim Meuldijk en getekend door Jan van der Voo. Naast Disney-verhalen tekende Jan van Haasteren ook zijn eigen strip, 'Ome Arie'. In de jaren '70 verschijnen ook buitenlandse strips in het blad, zoals 'Patamoes' van Calvo, 'De Smurfen' van Peyo, Raymond Macherot's 'Chlorophyl' en 'Snoesje' en sprookjes van Albert Rué.

Pipo de Clown, van Wim Meuldijk en Jan van der Voo
Pipo de Clown, van Wim Meuldijk en Jan van der Voo

Douwe Dabbert, door Piet Wijn
Veruit de bekendste niet-Disney strip die in Donald Duck heeft gestaan was 'Douwe Dabbert' door Piet Wijn en Thom Roep. Tussen 1975 en 2001 hebben 23 albumuitgaven het licht gezien.

Hiernaast: Douwe Dabbert en zijn metgezel Dodo in 'De Schacht naar Noord'.
Thom Roep schreef vanaf 1982 ook de leerzame geschiedenisstrip 'Van Nul tot Nu', die werd getekend door Co Loerakker. In de jaren '80 maakt Dick Matena stripbewerkingen van klassieke kinderboeken als 'Pietje Bell', 'Kruimeltje' en 'Dik Trom', waar later weer albums van verschijnen. En ookGerrit Stapel is present met de historische strip 'Jonne'. In 1999 publiceert Disney tekenares Wilma van den Bosch haar eigen strip, 'Prinses Aster'.

Van Nul tot Nu, door Co Loerakker en Thom Roep, 1985
'Van Nul tot Nu', door Co Loerakker en Thom Roep, 1985

Tussen 1980 en 1988 keren ook Tom Poes en heer Bommel terug. In 1997 verzoekt Marten Toonder Dick Matena om, na opnieuw enkele jaren stilte aan het Bommel-front, nogmaals te beginnen met een serie Tom Poes-balloonstrips. Twee nieuwe verhalen zien het licht.

Tom Poes en de Zwarte Sluiper
'Tom Poes en de Zwarte Sluiper', verscheen in Donald Duck, 1982

Duckstadkrant
Redactionele rubrieken

Vele redactionele bijdragen hebben in de loop der jaren het licht gezien. Henk Albers verzorgt vanaf 1957 de illustraties voor de rubriek 'Ditjes en Datjes van Donald Duck'. In 1969 start hij de rubriek 'Duckstadkrant', die tot de dag van vandaag erg geliefd is bij de lezers. 

Links de Duckstadkrant uit Donald Duck 8 van 1975.
Tegenwoordig kent het blad ook vele leerzame rubrieken, die worden geschreven door tekstredacteuren Jos Beekman en Jim van der Weele. Het Handboek van de Jonge Woudlopers brengt de lezers naar bijzondere plaatsen op aarde, en zelfs daarbuiten. Co Loerakker verzorgt al jarenlang de 'Natuurtalenten', waarin telkens een ander dier centraal staat en de oorsprong van bekende gezegden leren de lezers bij 'Weet wat je zegt'. Goofy is misschien geen groot licht, maar in zijn rubriek 'Goofy geeft les' behandelt hij op zijn eigen manier de meest uiteenlopende onderwerpen.

Tot in de vroege jaren 2000 verschijnen ook regelmatig leesverhalen in Donald Duck. In de eerste jaren worden deze voornamelijk geïllustreerd door Hans G. Kresse. Later leveren ook René Follet, Ruben Pellejero, Fred de Heij, Fred Marschall, Carl Hollander en vele anderen illustraties voor de verhalen van schrijvers als Paul Biegel, Dick Walda, Tonke Dragt, Rindert Kromhout, Anton Quintana, Constance Raebel, Ton van Reen, Allard Schröder en Peter Vervloed.

De Dwerg van Dwingeloo, door Henk Albers, 1972
Hierboven een illustratie van Henk Albers uit 1972 bij
het (tekst) verhaal 'De Dwerg van Dwingeloo'.

Jubilea

In september 2000 verschijnt het 2500-ste nummer van Donald Duck waar, als extra bijlage, het eerste nummer uit 1952 werd bijgeleverd. Het vrolijke weekblad bestond in 2002 vijftig jaar. In de Leidse Groenoordhallen werd dit op 14 oktober groots gevierd met het evenement Duckstad op Stelten. Ook verscheen er een extra dik jubileumnummer. In dit nummer zat een uitneembaar en zelf te vouwen "blunderboekje", waarin de leukste kleur-, tekst- en tekenfouten uit het vijftigjarig bestaan werden getoond. Dit boekje deed echter zijn naam eer aan, daar het niet in het midden van het blad zit en dus niet uitneembaar was.
Eerste Donald Duck pocket
Andere Disney titels

Ook zagen nieuwe Disney uitgaven het licht. Voor de verhalen die in Italië met de Disney figuren werden geproduceerd was in het weekblad geen plek. Deze verhalen waren namelijk getekend op drie stroken in plaats van de gebruikelijke vier. Dus verscheen in mei 1970, naar Duits voorbeeld, 'Donald en de Zebramossel', de eerste Donald Duck pocket. Tot op de dag van vandaag vinden de pockets gretig aftrek bij het Disney-minnend publiek.

Leo de Beo door Dick Matena
Dick Matena tekende speciaal voor Mickey Maandblad grappen met Leo de Beo

In 1976 begon, eveneens op klein formaat, Mickey Maandblad. Hierin werden verhalen gepubliceerd van bekende 'Mickey Mouse'-tekenaars als Floyd Gottfredson en Paul Murry, maar ook Amerikaanse krantenstrips als 'Sam & Silo' van Jerry Dumas en Mort Walker, 'Tijger' van Bud Blake ('Tiger'), 'Henkie' van Carl Anderson ('Henry') en 'De Doerakkers' van Harold Knerr ('Katzenjammer Kids'). Dick Matena, Dick Briel, Flip Fermin en Peter de Smet leveren hun eigen series, respectievelijk 'Virl', 'Hulbert', 'Robur en Pennekamp' en 'Kasper Krispijn'. In 1985 verdween Mickey Maandblad, sinds 1982 op groot formaat, uit de schappen.

Carl Barks met de Nederlandse tekenaars
In 1994 bracht niemand minder Carl Barks een bezoek aan Nederland.
Hier staat hij op de foto met de Nederlandse tekenaars. Van links naar rechts:
Piet WijnHarry Balm, Ed van Schuijlenburg, Jan Kruse, Michel Nadorp, Daan Jippes
Carl Barks, Mau Heymans, Jaap Stavenuiter, Lucas Abedy, Frank Jonker, 
Wilma van den Bosch, Ben Verhagen, Bas Heymans en Hilbert Bolland.


Voor de allerjongsten wordt in 1977 in samenwerking met Medianet de Disney Boekenclub opgericht. Daarnaast was er tussen 1987 en 2004 het tijdschrift Disneyland, aanvankelijk als bijlage van Margriet, met voorleesverhaaltjes en strips van 'Winnie de Poeh' en 'Disney Baby's.

De populariteit van het weekblad en de grote voorraad buitenlandse verhalen doen de redactie besluiten om een extra maandelijks tijdschrift in het leven te roepen. In 1982 verschijnt het eerste nummer van Stripgoed, dat vanaf 1986 verder gaat onder de naam Donald Duck Extra.
KatrienDuck OutDonald Duck Junior
In 1999 verscheen Katrien, speciaal voor de meiden. Een groot deel van het tekenwerk voor dit blad wordt verzorgd door Wilma van den Bosch. In 2007 volgde Duck Out, een tijdschrift over voetbal in samenwerking met Sportweek. Voor net beginnende lezers brengt de redactie in 2008 Donald Duck Junior. Het blad bevat Duck-strips op drie stroken met een simpeler taalgebruik. Praktisch alle verhalen zijn geschreven door de Nederlandse redacteurs Simone Ruitenbeek, Jos Beekman, Bas Schuddeboom, Ferdi Felderhof en Jim van der Weele. Het tekenwerk is van Studio Comicup in Barcelona en de Nederlandse tekenaars Jan-Roman Pikula en Wilma van den Bosch.

Jos Beekman, Bas Schuddeboom, Ferdi Felderhof en Jim van der Weele
De tekstredactie van Donald Duck anno 2011. Van links naar rechts:
Jos Beekman, Bas Schuddeboom, Ferdi Felderhof en Jim van der Weele.
Foto: Dingena Mol
Andere media

In de jaren '80 en '90 werkt de redactie samen met de NCRV aan een aantal televisieprogramma's, zoals 'Dit is Disney' en de 'Disney Club'. Marketingmedewerkster Irene Moors houdt hier een aardige televisiecarrière aan over.

Sinds 2010 zijn de gebeurtenissen uit Duckstad ook te volgen op Twitter. Deze originele vorm van het gebruik van social media heeft al veel media-aandacht gehad, zo ook in Het Parool van 18 maart 2011 (zie foto boven).